"Redzaam ouder. Zorg voor niet-redzame ouderen vraagt om voorzorg door iedereen." Zo luidt de titel van het advies dat de Raad voor Volksgezondheid en Zorg (RVZ) in mei 2012 heeft uitgebracht over de ouderenzorg.
Waar in het overheidsbeleid voorheen sprake was van kwetsbaren en onrendabelen, wordt nu de aandacht geconcentreerd op de onredzamen. Een advies met een hoge neoliberale vanzelfsprekendheid.
De RVZ beschrijft drie centrale problemen in de ouderenzorg: ouderen zijn te snel en te veel afhankelijk van overheidszorg; mensen willen liever blijven wonen in de eigen woning in plaats van in een verzorgingstehuis, maar de zorg is daar nog onvoldoende op afgestemd; de ouderenzorg krijgt een slecht imago en er zijn te weinig mensen die nog in deze sector willen werken. De RVZ presenteert drie oplossingen voor deze problemen. Ten eerste moeten de ouderen zelf beter voorzorgsmaatregelen treffen voor hun oude dag. In een zorgverklaring kunnen mensen aangeven wat ze willen regelen voor hun oude dag en hoe ze dat willen financieren. De overheid kan hen hierin steunen via een levensloopwijzer met tips hoe mensen hun leven in moeten richten.
De tweede oplossing is een integraal zorgbehandelplan voor ouderen om ondanks een aantal complexere problemen toch thuis te kunnen blijven wonen. En voor ouderen die ondanks deze twee oplossingen niet in staat blijken zichzelf te redden, de niet-redzamen, rest de collectieve zorg van overheidswege.
Wat opvalt is dat de RZV collectieve zorg beperkt tot zorg die door de overheid wordt georganiseerd. Zorg die door mensen zelf wordt georganiseerd is ofwel individueel ofwel iets van het netwerk van burgers. Vreemd genoeg wordt dat netwerk dat toch ook iets collectiefs is, niet als collectieve zorg beschouwd. Het collectieve wordt met een zekere vanzelfsprekendheid beschouwd als het exclusieve terrein van de overheid. Er is wel sprake van sociale netwerken, maar dat is merkwaardigerwijs toch iets individueels. Sociale netwerken maken geen deel uit van vitale gemeenschappen van burgers, maar zijn particuliere verworvenheden van individuen. Dat past in de neoliberale grammatica van een verindividualisering van maatschappelijke vraagstukken en een privatisering van het sociale leven. Iedereen moet zorgen dat hij/zij een goed netwerk opbouwt. Dat is iets anders dan het idee van een vitale gemeenschap waarvan individuen deel uitmaken, in opgenomen zijn, tot hun recht komen, erkenning vinden en zorg ontvangen als dat nodig is.
In het armoedebeleid werd tot voor kort gesproken van de kwetsbaren en de onrendabelen. Beide categorieën zijn afgeschaft. Het neo-liberale beleid gaat uit van de eigen kracht van mensen en dus ook van de kracht die armen hebben. En vanwege de ontgroening en vergrijzing zijn ook de onrendabelen verdwenen in de overtuiging dat op de toekomstige arbeidsmarkt iedereen nodig is en iedereen nog iets kan presteren. Alleen die het echt nodig hebben, de onredzamen, die mogen nog geholpen worden, via overheidsvoorzieningen die strikt tot deze groep van bewezen niet-kunners beperkt moeten blijven. Dit verindividualiseringsproces speelt op meer terreinen: collectieve zekerheden worden teruggedrongen en risico's van arbeid en veroudering worden bij individuen gelegd; collectieve solidariteit wordt vervangen door individuele verzekeringen. De huidige tijdgeest denkt en doet niet meer vanuit sociale categorieën, maar denkt en doet vanuit het individu dat zichzelf moet zien te redden.
In het rapport van de RVZ worden collectieve voorzieningen als het ware buiten de gemeenschap van burgers geplaatst. Dat is exclusief iets van de overheid en die staat los van de burgers. Mensen worden niet aangespoord om de collectieve voorzieningen in stand te houden door bereid te blijven ervoor te betalen, door solidair te zijn en te blijven met elkaar. Ze worden aangespoord, als het ware verplicht, om zelfredzaam te worden en te blijven, opdat er minder beroep gedaan hoeft te worden op collectieve voorzieningen voor niet-redzamen. Het advies van de RVZ mondt uit in de volgende aansporing: help de onredzamen door goed voor jezelf te zorgen! Onder het kopje 'Meer eigen verantwoordelijkheid' vat de RVZ zijn advies als volgt samen: "Het waarborgen van collectieve zorg voor niet-redzame ouderen vereist een groter beroep op de eigen verantwoordelijkheid van alle burgers dan nu het geval is. Ouderen zullen zo lang mogelijk hun eigen zorg moeten regelen, met ondersteuning waar nodig. Wanneer ouderen hier niet meer toe in staat zijn, moet er goede zorg voor hen zijn. Daarnaast is het belangrijk dat ouderdomsbeperkingen en functieverlies zoveel mogelijk worden voorkomen of uitgesteld, zodat mensen zo lang mogelijk redzaam blijven. Zorg voor niet-redzame ouderen vraagt om voorzorg door iedereen." (p 13)
Raf Janssen